Terug naar overzicht

Uitreiking zorgenbrief WPG aan Eerste kamer

Dinsdag 17 januari hebben de commissies voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Justitie en Veiligheid (J&V) en Binnenlandse Zaken (BiZa/AZ) een brief in ontvangst genomen waarin zorgen worden geuit over de aanstaande wijzigingen in de Wet publieke gezondheid. Op die dag bespreken de commissies de procedure van de behandeling van dit wetsvoorstel.

De brief werd aangeboden door de Biomedische Rekenkamer en in ontvangst genomen door Tanja Klip-Martin (VVD), voorzitter van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

De (redactioneel bewerkte transcriptie) van de aanbiedingstekst die werd uitgesproken luidt:

We staan hier voor het wijzigingsvoorstel Wet Publieke Gezondheid; “wij” zijn de Biomedische Rekenkamer die is opgericht begin vorig jaar met transparantie in het openbaar bestuur als ons ultieme doel om te bewaken en in woord en daad na te streven. Dus daar zijn we met de Corona crisis drie jaar intensief mee bezig. Ofschoon ik bij de omschrijving van onze bevindingen heel erg op mijn woorden moet passen, is het in ieder geval zorgwekkend wat er gebeurd is en wat er nu vandaag aan de orde is en wordt bestendigd in de wet. Om aan de gevoeligheid van de kwestie recht te doen, wil ik daarom een technische analogie maken.
In mijn eigen professie hebben wij te maken met luchtwaardigheid van vliegtuigen. Daar hebben wij een certificatieproces voor. Dat berust op bewijsvoering, zorgvuldige bewijsvoering, voordat iets verantwoord de lucht in mag of voordat een raket naar de naar de ruimte mag – een Spaceshuttle. En als we daar fouten in maken dan gaat er iets mis, dan ontploft bijvoorbeeld de Challenger. Dat is een tamelijk directe terugkoppeling die je daar hebt in ons vak. In politiek ligt dat anders.
Het alarmeerde ons direct toen we medio vorig jaar geconfronteerd werden met de wetsvoorstellen die al gemaakt werden en voorgelegd werden ter consultatie. Dat baarde ons al enige zorgen. Waarom? Omdat er in die wet sprake is van “maatregelen”. Dat heten dan maatregelen te zijn. Maar mag iets wel een maatregel genoemd worden op een moment dat volstrekt het causale verband tussen dergelijke maatregelen – in ambtenarentaal heet dat “instrumentarium” – nergens getoetst is en hardnekkig niet geëvalueerd wordt? Dat niet-willen-weten, dat ondervinden wij dagelijks in onze praktijk van onze stichting.
Die kennis, die validatie is blijkbaar niet iets wat nagestreefd wordt door de overheid; door de politiek en door de gezondheidszorg zélf. Het bevreemdt ons allemaal heel sterk, vervult ons van zorgen. Dus dat vermeende “instrumentarium” hebben wij bestudeerd. We hebben kanttekeningen erbij geplaatst. Die hebben we vervat in een heel compact rapportje. Ik weet dat u heel veel moet lezen. Ik benijd u daar niet om. Dus we hebben het ook heel compact gehouden. We hebben geprobeerd ons zo neutraal mogelijk ons uit te drukken, maar ik hoop dat de zorgen die eruit spreken, dat die goed aankomen en dat u in uw senatorenrol zorgvuldig zult zijn. Het stemde mij heel erg positief toen u uw recente spoedvergadering had en u unaniem besloot om niet in de haast van de minister mee te gaan.
Ik wilde nu even laten zien wat er in het eerste koffertje zit en het tweede koffertje –
Een tegeltjeswijsheid die we u mee willen meegeven. En hier… dit is dit is een artikel, dat Maurice van Ulden geschreven heeft over een 'ongewild bijeffect' van het pandemiebeleid. En er zit niet voor niets een zwart randje om. U hoeft 'm niet open te maken en te lezen. Maar de tegeltjeswijsheid is: “onwetendheid is nu een keuze”. En dat sluit aan bij dit artikel dat erg goed samenvat wat nu een groot gevaar was en is van beleid dat de regering gevoerd heeft. En ik hoop dat dat beleid niet bestendigd wordt in de wet.
Daarmee zou ik graag dit eerste exemplaar aan u overhandigen.

Mevrouw Klip-Martin antwoordde:

Dank u wel. U brengt het zo intrigerend dat het wel uitnodigt tot lezen, moet ik zeggen. Er staat hier een aantal leden van deze commissie, dus wij zullen alle informatie uit alle drie koffertjes onder de aandacht brengen van alle commissieleden. Dus dank u wel voor deze aanbieding.

De commissie besloot later op de dag tot een uitgebreide behandeling waarvoor een inhoudelijke voorbereidingsgroep gevormd wordt en waarvoor op 7 februari voorbereidend onderzoek plaatsvindt. Ook wordt er een deskundigenbijeenkomst georganiseerd. Zie ook het verslag van de vergadering hier op de website van de Eerste kamer.

De zaken die zijn uitgereikt:

Op 4 februari stuurden wij bovendien deze brief uit naar de senatoren, voorafgaand aan het indienen van hun schriftelijke vragen op de 7e februari.

Het tegeltje dat aan iedere senator wordt aangeboden.