Terug naar overzicht

Bestuursrechter beslist dat nu ook RIVM modellen moeten geopenbaard

Transparantie uitgedaagd

Nu in februari kunnen we een balans opmaken hoe het gesteld is met de transparantie rond de biomedische data en ook beleidstransparantie in zijn algemeenheid bij de Nederlandse overheid. Er zijn slechts weinig van onze Woo-verzoeken die leiden tot directe vrijgave van de gevraagde informatie (het komt voor) en dan rest na enig geduld slechts een rechtszaak. Als we kijken naar de al langer lopende Ct-PCR- en modellen-zaken, dan zien we hoe ver het ministerie (VWS) gaat om te bewerkstelligen dat zij informatie niet hoeft aan te leveren. Dat past tevens in het patroon van intransparantie die door de ambtenaren van de EU nu wordt bekritiseerd in de rechtszaak tegen de staat.

Onderstaand een toelichting op:

  • een uitspraak van de bestuursrechter in de modellenzaak
  • een korte samenvatting van de EU-rechtszaak
  • een patroon van gegevensverduistering die we opmaken uit onze recente ervaringen, ook met de Ct-zaak.

Modellen

Op beslissende momenten in de coronacrisis zijn modelresultaten gebruikt om beleid te rechtvaardigen. Transparantie vereist dat de daarvoor gebruikte data en modellen dan ook verifieerbaar moeten zijn. Dat was tot nu toe niet het geval.

Al in 2020 diende Fritsander Lahr een Wob-verzoek in ter openbaring van de modellen. De Biomedische Rekenkamer ondersteunt Lahr in zijn rechtszaak waarvoor ondermeer op 25 november 2022 een bestuursrechtszitting werd gehouden.

Op 17 februari 2023besliste de bestuursrechter in deze zaak [1] als volgt:

Wob; rekenmodellen en data technische briefings RIVM over Covid-19; berekening R-getal; ziekenhuisopnames en sterftegevallen; (medische) persoonsgegevens; artikel 10, lid 1 onder d en lid 2 onder e Wob; gegrond.
Eiser heeft op grond van de Wob openbaarmaking gevraagd van de rekenmodellen en datasets die het RIVM heeft gebruikt voor het berekenen van onder andere het Reproductiegetal van Covid-19. De minister heeft dat geweigerd omdat de rekenmodellen en datasets (medische) persoonsgegevens bevatten.
De rechtbank oordeelt dat de minister de rekenmodellen datasets niet integraal heeft mogen weigeren. De minister kan deze datasets geanonimiseerd verstrekken door alle tot een persoon te herleiden (bijzondere) persoonsgegevens te verwijderen.

Het door RIVM aangevoerde argument van "verknoping van persoonsgevoelige informatie met modelcode" houdt dus geen stand. De voor kenners op voorhand evidente realiteit hierin werd ook voor de rechter duidelijk tijdens de zitting van 25 november. De rechter wijst in zijn uitspraak dan ook expliciet naar de mogelijkheid om de documenten (ook programmacode valt daar onder) te anonimiseren.

De minister krijgt nu 12 weken om aan het verzoek te voldoen.

Of zou deze beslissen om ook in deze zaak in Hoger Beroep te gaan? Zo ja, dan mag de vraag gesteld worden waarom er tijd gewonnen moet worden en ook wat nu het probleem kan zijn van openbaring van de programmacode met aannames/parameters. De vraag dringt zich op wat is het dat het daglicht niet mag zien.

De uitspraak kan ook gezien worden tegen de achtergrond van de met krappe (79/149) meerderheid aangenomen 'modellenmotie' van Van Haga en Kuzu die stelde "De Kamer verzoekt de regering, om alle RIVM-modellen openbaar te maken" (nummer 25295-1021). Tegen stemden alleen de fracties van VVD, D66 en CDA die met de regeringscoalitie vervolgens de motie negeerden, waarbij de minister in het kamerdebat en de kamerbrief van 23-3-2021 volstond met een verwijzing naar de website waar 'de modellen' zouden staan, hetgeen vanzelfsprekend niet waar is. Wat daar staat is immers niet toereikend en voorzover het verder gaat dus afgeschermd op basis van een privacy-argument. Dat laatste vervalt nu.

Mochten de modellen ook daadwerkelijk vrijgegeven worden, dan zien we uit naar:

  • scripts en parameterwaarden waarmee we kunnen nagaan wat de aannames waren in de gemaakte prognoses;
  • geanonimiseerde datasets

Routes voor afschermen van informatie

Wob- en Woo-verzoeken hebben we ingediend bij Universitaire Medische Centra (UMC's), het ministerie van VWS (RIVM), het cijferinstituut CBS en een regionale instelling (GGD Zuid Limburg). Ook zagen we de discussie rond het "oversterfte"-onderzoek, de daarvoor nodige gegevens en de toewijzing van projecten door de organisatie ZonMW. Op basis van de ervaring die we hierbij opdeden konden we het volgende schema tekenen waarin de routes worden weergegeven waarmee een poging gedaan wordt om gegevens buiten de openbaarheid te houden.

Stroomdiagram met schijnbaar opgeworpen muren tegen openbaarheid (blauw)

Het "privacy"-argument wordt teruggevonden in de antwoorden op de Woo-verzoeken aan de UMC's naar de zogeheten casusdata. De rechtszaak daarover zal met Erasmus worden gevoerd. In de modellenzaak is het privacy-argument opgevoerd, maar hield dat zoals gezegd geen stand, dus die uitspraak kan worden ingebracht in de argumentatie.

De route "uitbesteding" aan een privaatrechtelijke onderneming is er een die we zagen bij de Ct-zaak, waar de minister de Ct-data niet WILDE weten. Althans, dat hield de minister vol tot er bewijzen kwamen dat de overheid die Ct-waarden zelf gebruikt in UMC's voor patiënten- en personeelsbeleid en ook als relevante informatie voor de door het RIVM uitgevoerde kiemsurveillance. De gegevens berusten (vooral) bij de laboratoria waar de minister "geen zeggenschap" over zegt te hebben.

Ook was de uitbestedingsroute zichtbaar in de vraag naar de validatiestudies van de RIVM-modellen die door TNO en het Landelijk Centrum Patienten Spreiding (LCPS) werden gedaan: "De rechtbank volgt de minister in de stelling dat de validaties die zich bij het LCPS bevinden, voor de toepassing van de Wob niet onder zijn verantwoordelijkheid vallen."

Interessant is de route van VWS die informatie wel heeft (ze gaf die aan CBS voor het uitvoeren van de oversterftestudie begin 2022) maar voor de Woo-vraag naar CBS verwijst voor afhandeling en zodoende als het ware achter de brede rug van CBS lijkt te willen schuilen, aangezien de wet CBS zo geïnterpreteerd kan worden dat alle ontvangen data "microdata" zijn die niet onder de reikwijdte van de Woo vallen. Die invalshoek bestrijden wij overigens in de trajecten die lopen met CBS, aangezien dat alleen geldt voor primaire data die wordt verstrekt door partijen voor wie niet-herleidbaarheid vanzelfsprekend van belang is.

Tot slot de dwangsommen. Een van de eindpunten in dit schema is de mogelijkheid om een gerechtelijke uitspraak te negeren door het betalen van dwangsommen. Dit kan voor sommige indieners zelfs een verdienmodel zijn (Volkskrant, ~€100.000,-) maar dat is onder de Woo sinds enkele jaren alleen het geval als de rechter daartoe expliciet besluit. We gaan het meemaken.

Europese Rechtszaak tegen Nederlandse overheid die nalaat de EU-richtlijnen in te voeren

Data en transparantie is ook in het vizier van de ambtenaren van de Europese Commissie. Daar was de ondermaatse prestatie van Nederland al opgevallen, hetgeen nu zelfs tot een rechtszaak leidt.

Deel van de publicatie van de EC aanklacht.

Het schijnt dat de Nederlandse overheid als excuus aanvoert dat ze te druk was met Covid-beleid om hier aan toe te komen. Dat beleid heeft inmiddels geleid tot een aanpassing van de Wet Publieke Gezondheid (WPG).

Het is nog maar de vraag of die WPG had het ooit had gehaald als VWS een transparante beleidsonderbouwing zou nastreven en cruciale epidemiologische data zou openbaren in plaats van zich in allerlei bochten te wringen en tot de Raad van State te procederen om die data achter te houden.

[1] Rechtbank Midden-Nederland 17 februari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:609